Tom is een man van middelbare leeftijd. Hij heeft last van angsten en voelt soms een vreemde aanwezigheid. Voor deze klachten heeft hij tevergeefs verlichting gezocht met behulp van reiki. Als een aantal gesprekken met een sociaal psychiatrisch verpleegkundige ook niet opleveren wat hij ervan verwacht, zoekt hij hulp bij het team voor bevrijding en innerlijke genezing in Ermelo. Nadat in een flink aantal sessies het werkboek Schoon Schip met hem is doorgenomen schrijft hij onderstaand getuigenis.


Vroeger was ik een aardige losbol.

Ik wilde altijd super mijn best doen, bijvoorbeeld met voetballen.
Voetballen is een teamsport, maar ik was altijd bezig om fabuleuze acties te maken, en dan verloor ik het team uit het oog. Tegelijk vond ik het stappen ook geweldig, vooral om de aandacht van de vrouwtjes, dat vond ik heerlijk. Toch wilde ik ook graag een vaste relatie. Als er een relatie uit ging dan was ik daar helemaal kapot van. Dan ging ik heel dramatisch mijn verdriet verdrinken.
Ik kon mij ook altijd mateloos ergeren aan iemand wiens hoofd of blik mij niet aanstond. Daardoor had ik ook vaak ruzie.

Na weer een verbroken relatie, die vijf jaar geduurd had, kwam ik weer in dat stapcircuit terecht. Ik was ondertussen ook bang voor vrouwen geworden en durfde geen nieuwe relatie meer aan te gaan.
In 1998 ben ik overspannen geraakt. Dat was een moeilijke tijd, maar ik heb in die tijd wel God mogen ervaren. Ik was blij dat ik wist dat God echt bestond, en dat vertelde ik dan ook aan iedereen.
Ik werd actief in het kerkenwerk, was iedere avond wel bezig voor de kerk of het mannenkoor waar ik op zat. Daarom dacht ik dat God mij wel een vrouw zou geven. Maar er gebeurde niks.
Toen ik dit een keer aan iemand vertelde, raadde die me aan op een datingsite te gaan. Dat heb ik toen gedaan, en binnen een jaar was ik getrouwd. In de periode voorafgaand aan ons trouwen werkte ik me te pletter aan het huis en alle andere dingen waar ik mee bezig was.
Kort voor de trouwdag voelde ik een angst, die me eigenlijk zei dat ik het niet moest doen. Toch doorgezet, en toen ik op mijn knieën voor in de kerk de zegening in ontvangst nam, moest ik huilen.
De mensen dachten dat ik ontroerd was, maar ik wist dat ik iets beloofde aan God wat ik eigenlijk niet kon beloven, want ik hield niet van haar.

Na een half jaar is mijn vrouw vertrokken en er volgde een rechtszaak. Zoals ik gewend was deed ik dit ook weer alleen en vroeg niet om hulp. Al met al werd het steeds donkerder om mij heen. Ik begon geluiden te horen. Ik werd angstig en omdat ik God wilde ervaren ging ik heel dwangmatig de Bijbel lezen.
Op een gegeven moment kon ik niks meer. Ik vertrouwde niemand meer en zag in ieder mens de duivel. De angst en het schuldgevoel werden steeds erger. Ik begon mezelf te haten en ging steeds perfectionistischer leven. Totdat op een gegeven moment mijn geest zo overbelast was dat ik vijf dagen en nachten wakker was zonder moe te worden. Het werken lukte niet meer, de simpelste dingen lukten niet meer. Ik ben toen weer bij mijn moeder gaan wonen; daar voelde ik mij veilig.

Via vrienden ben ik bij het bevrijdingspastoraat terecht gekomen. We hebben het hele werkboek Schoon Schip door gelopen en nu ben ik weer aardig tot rust gekomen. Ik werk nog niet, maar kom wel weer in de kerk. Mijn hoofd is ook rustig. Ik ben er nog niet helemaal, maar ik heb vertrouwen dat het weer goed komt.
Het bevrijdingspastoraat heeft mij geholpen om de leugens van de satan te ontmaskeren. En daardoor ook de angsten weg te nemen. Het heeft me ook geleerd dat rust en vrede dingen zijn die van God komen. Met geweld of kracht of keihard werken of jezelf willen bewijzen kom je er niet.
God houdt van mij, dat moet in mijn hart terecht komen. En ik mag ook van mijzelf houden. Ik ben ervan overtuigd dat God mij op Zijn bestemming brengt, als ik de regie maar aan Hem laat.
Ik hoef niet alles te begrijpen en ook niet met de hele wereld op mijn rug rond te lopen. Ik hoef niet bang te zijn voor God of de duivel of de mensen of ziekte of de dood. Ik mag alles aan Hem overgeven en mij laten leiden. En Hij zal mij op mijn bestemming brengen.