Dit artikel stond in juni 2016 in het Nederlands Dagblad
Door Jenö Sebök
Ik was ouderling en mijn predikant was benaderd door een gemeentelid met de vraag of predikanten tegenwoordig, net als Jezus vroeger, demonen kunnen uitdrijven. Daar had hij nooit iets over geleerd, maar als een goede herder wilde hij niet voor zijn verantwoordelijkheid weglopen.
De hulpvraagster had van jongs af aan een waarzeggende geest. Die had zij ‘geërfd’ van haar voorgeslacht. Lange tijd vond ze het wel prettig. Ze hoefde haar huiswerk nooit te leren, want bij een proefwerk
zeiden de geesten haar de antwoorden voor. De stemmen vertelden haar ook dingen over mensen die niemand kon weten en ze voorspelden soms gebeurtenissen. Dat gaf haar macht en invloed.
Maar dat veranderde nadat zij met een christen trouwde. Zij ging zich in het christelijke geloof verdiepen, en al gauw kreeg zij het vermoeden dat haar ‘gave’ niet van God kwam. De geesten waren daar niet blij mee. Zij werden steeds opdringeriger en veeleisender. Eén geest kon af en toe de controle over haar overnemen en dan werd ze heel agressief en kon niet meer voor zichzelf instaan. Daarom vroeg ze haar predikant of hij boze geesten kon uitdrijven.
Omdat hij dat niet in z’n eentje wilde doen, vroeg hij mij hem te helpen. Samen hebben we een paar maanden de tijd genomen om boeken over bevrijdingspastoraat te bestuderen. Toen was de nood zo hoog geworden dat uitstel niet meer verantwoord was. In het geloof en het vertrouwen dat God nog steeds dezelfde is als in de tijd van de Bijbel, zijn we met haar gaan bidden. We hebben de demonen aangesproken en in Jezus’ naam bevolen te vertrekken. Diezelfde avond is zij volkomen bevrijd van de geesten die haar leven beheersten. Zij is ook haar gave als waarzegster kwijtgeraakt, maar dat vindt zij niet erg.
Boze geesten
Na die eerste bijzondere ervaring hebben meer mensen om hulp aangeklopt en we hebben hen in de naam van Jezus mogen bevrijden van angsten, nachtmerries, verkeerde gewoonten, negatieve stemmen in hun hoofd, dwangmatige handelingen, zelfmoordneigingen en meer zaken die het gevolg zijn van gebondenheid door demonen.
Vaak verdwenen de boze geesten ongemerkt; andere keren verzetten zij zich hevig en moesten zij gepijnigd woorden met Gods woord. Dat deden we door Bijbelgedeelten voor te lezen waarin Jezus Christus wordt geprezen en waarin de duivel en zijn demonen het oordeel wordt aangezegd. De hulpvrager houdt dan vaak zijn handen voor de oren. Na korte of lange tijd vertrekken ze, maar alleen op een bevel in de naam van Jezus.
Stoornissen
Zijn het echt geesten, of gaat het gewoon om psychische stoornissen? Sommige stoornissen, zoals schizofrenie, kunnen inderdaad de indruk wekken dat de hulpvrager door geesten gebonden is. Dat vraagt dus om grote zorgvuldigheid.
Maar als een kind van twee jaar de handen van zijn ouders uit elkaar trekt wanneer die voor hem gaan bidden, dan zit er meer achter. Het jochie had last van nachtmerries en dwanghandelingen, zoals met zijn hoofd tegen de muur bonken. ‘Je mag niet bidden!’, riep hij telkens uit. Ook dit kind is bevrijd in de naam van Jezus.
Boze geesten hebben vooral een hekel aan dingen die God verheerlijken. Dat is niet psychologisch te verklaren. Wanneer een hulpvrager niet reageert op gebed of op het aanspreken van de demonen, dan laten we hem altijd een lofprijzing uitspreken of voorlezen, liefst uit de Bijbel. Dikwijls geven de geesten zich dan bloot door de keel van hun slachtoffer te blokkeren. Deze heeft dan de grootste moeite om de lofprijzing uit te spreken. Of de geesten roepen dat je moet ophouden. Dat doen ze niet bij een neutrale tekst.
Gelovige demonen
Door dit alles zijn de demonen voor mij een realiteit. Zij geloven ook in God en ze weten wie Jezus is. En zij sidderen, zegt de apostel Jacobus. Misschien heeft hij ook zoiets meegemaakt als ik. Toen we een vrouw die tijdens een bevrijdingssessie in trance op de grond lag, aanraakten met een eenvoudig houten kruisje, dat we van de muur gehaald hadden, kromp zij ineen. ‘Hou daarmee op, het doet pijn!’, riep ze, terwijl ze kronkelde over de vloer. Achteraf zei zij dat zij het gevoel had dat het kruis op haar rug brandde.
De demonen kennen Jezus maar al te goed. Een gelovige man die om bevrijding vroeg, kon zonder al te veel moeite een eenvoudige geloofsbelijdenis nazeggen. ‘Jezus is gekruisigd, gestorven en begraven.’ Maar het vervolg, ‘en Hij is opgestaan’, kreeg hij niet over zijn lippen. Volgens de Bijbel kan niemand zeggen ‘Jezus is Heer’ dan door de Heilige Geest. Er zijn maar weinig gebonden mensen die deze belijdenis over hun lippen krijgen wanneer we daar tijdens een sessie naar vragen. Wanneer de boze geest is uitgedreven, lukt het wel.
Als je wilt weten of het om demonen gaat, hoef je alleen maar na te gaan wat zij van de Here Jezus vinden. Ze haten Hem. Sommige mensen kunnen jaren geesten bij zich hebben zonder dat ze daar last van hebben. Het kunnen zelfs vriendelijke geesten lijken, die hen helpen. Maar wanneer de persoon zich tot Jezus bekeert of veel interesse in het evangelie gaat tonen, dan wordt de geest steeds minder vriendelijk. Hij gaat dwingen en eisen stellen en dreigen. Dat doen geesten niet wanneer de persoon zich gaat verdiepen in yoga of de islam. Daar hebben zij geen moeite mee.
Glaasje draaien
Geesten komen vooral binnen bij mensen die zich bezighouden met occulte zaken die in de Bijbel verboden worden, zoals het oproepen van geesten, waarzeggerij, handlezen, glaasje draaien. Ook hardnekkige zonden, waar de Bijbel tegen waarschuwt, kunnen een ingangspoort zijn voor boze geesten.
Jezus zei dat Hij gekomen is om de werken van de duivel te verbreken. Ik vind het een voorrecht dat ik Hem daar een handje bij mag helpen. De haat van demonen tegen Jezus en tegen Gods Woord is voor mij een bewijs dat Jezus leeft en dat de Bijbel waar is. Zo heeft de duivel mijn geloof versterkt.